• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar

Schaaktrainer Jop Delemarre

jop@schaaktrainer.nl
  •  
  • JEUGDSCHAAK
    • Toptraining
    • Schaken op school
  • SCHAAKTRAINING
    • Privé schaaktraining
    • Online schaaktraining
    • Club schaaktraining
    • Schaak cadeaubon
  • ONLINE CHESS LESSON
  • SCHAAKTRAINER
  • AGENDA
  • LEERHOEK
  • OVER ONS
    • Delemarre Chess Academy
    • Activiteiten DCA
    • Jop Delemarre
  • CONTACT
Home » Leerhoek berichten » Pagina 3

1 mei 2015 by j@p

Internetmatch Hong Kong!

Schaken kan niet alleen op school, maar tegenwoordig ook via internet. Op zondagochtend 3 mei van 10:00 tot 15:00 zullen acht talentvolle basisschoolkinderen het in een internetmatch opnemen tegen acht jeugdtalenten uit Hong Kong. Want de Delemarre Chess Academie zet zich niet alleen in Nederland in om het schaken te promoten, maar wereldwijd helpt om schaaktraining op een hoger pijl te brengen. Zo ook bij de schaakvereniging Caissa uit Hong Kong .

Uit Rotterdam zal het volgende jeugdige achttal, variërend in leeftijd van 9 tot en met 11 jaar, aantreden:

1. Tommy Tran
2. Liqin Lu
3. Javeria Komal Zubair
4. Circe Janse
5. Saad Komal Zubair
6. Kimmily Tran
7. Jesse van Dongen
8. Yisha Chen

De wedstrijden zullen live te volgen zijn via Playchess in toernooikamer 8 van de KNSB. De Jeugd Internetmatch maakt onderdeel uit van het Pathena NK Jeugdschaken Rotterdam 2015 dat van 2 tot en met 9 mei in het Topsportcentrum Rotterdam wordt gespeeld. Zie de toernooisite voor alle informatie: http://nkjeugd.pathena.nl 

 

InternetschaakInternetschaak en Schoolschaaklessen.nl werkt samen met de Koninklijke Nederlandse Schaakbond. Deze biedt voor enthousiaste schoolschakers internetschaaklidmaatschap aan. Hiermee kan altijd op internet gespeeld worden en o.a. deelgenomen worden aan toernooien die regelmatig worden georganiseerd, zie www.internetschaak.nl.

Matthew Pattaya

 

13 april 2015 by j@p

Paardspellen

Door: Ad Gorissen
DCA-trainer

Dit zijn enkele paardspellen om uit te voeren.

Paardografie

Dit is te spelen met onderstaande afbeeldingen.

Opdracht 1
Je vertrekt te paard uit Vlissingen en gaat zo snel mogelijk naar je tante in Enschede. Daarna ga je naar de herberg in Groningen. Welke route neem je op het schaakbord met je paard?

Opdracht 2
De volgende dag ga je te paard een ommertje maken; via Leeuwarden en Assen terug naar Groningen. Welke route neem je ditmaal met je paard?

diagrammen voor ad nieuwsbrief maart 2015-1

Zoek zelf de namen van de steden op!
Zoek zelf de namen van de steden op!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Rekenpaarden

diagrammen voor ad nieuwsbrief maart 2015-6

Verzamel met een paardsprong 4 getallen.
Combineer deze getallen door aftrekken, optellen, vermenigvuldigen of delen zodat je als uitkomst het getal 24 krijgt.

Bijvoorbeeld: het witte paard springt naar 4→5→3→1 (velden C7; E8; F6; G8).
Gebruik alle getallen en elk getal maar 1 keer. Oplossing:

5+3=8
4-1=3
3×8=24
Per goed antwoord krijg je 1 punt.

De uitkomsten van het delen, optellen, aftrekken of vermenigvuldigen mag je ook gebruiken om te combineren.
Bijvoorbeeld de getallen zijn 6→7→8→9
9-7 = 2
6:2 = 3
3 x 8 = 24

De getallen op de velden mogen maar eenmaal gebruikt worden (zet een streep door een gebruikt getal). Het paard mag de velden wel meerdere malen gebruiken. In maximaal 7 paardsprongen moeten 4 getallen verzameld worden.
Als het niet lukt in 7 paardsprongen dan gaat de beurt naar de andere (volgende) speler. Je paard moet je dan zetten op een veld aan de rand van het bord en van daaruit mag je weer verder spelen als je aan de beurt bent.

Het getal op het randveld is je eerste cijfer waarmee je gaat combineren.

Als je de getallen niet kunt combineren tot 24 mag je tegenstander het met die getallen proberen. Lukt het hem wel dan krijgt hij een punt.
Daarna is je tegenstander weer aan de beurt.

Voor het zwarte paard ook een opgeloste combinatie:
3→3→9→1
3×9=27
3:1=3
27-3=24 (velden F2;G4;E5;D3)

Wie de meeste (goede) oplossingen (punten) weet te vinden heeft gewonnen.

Extra paardspellen

Muntenspel

diagrammen voor ad paardrekenen-1

Sla zoveel mogelijk fiches.
Tel de waarde van de fiches bij elkaar op.
Wie de meeste punten heeft die wint!

Deze variant komt hier ook uitgebreid aan bod.

Paardquatro’s

diagrammen voor ad nieuwsbrief maart 2015-4

Verzamel met vier paardsprongen 4 getallen.
Maak met deze getallen door optellen en aftrekken het getal 10.
Voorbeeld: het witte paard springt naar G3→F1→H2→F3 en verzamelt de getallen 1, 4, 7 en 2.
1+4=5
5+7=12
12-2=10

Daarna is het zwarte paard aan de beurt.
Voorbeeld: het zwarte paard springt naar B6→D5→B4→A6 en verzamelt de getallen 7, 5, 1 en 3.
7+5 =12
12+1=13
13-3=10
Elke goede oplossing levert je 1 punt op.

Bij aftrekken begin je altijd met het grootste getal. Als je een 3 en 9 hebt geslagen dan is het 9-3 = 6.
Het getal in het veld waarop jouw paard zijn beurt heeft beëindigd telt niet mee voor de volgende beurt.
Kun je met de 4 getallen geen 10 maken, dan mag je tegenstander het proberen met deze 4 getallen. Lukt het je tegenstander wel dan krijgt je tegenstander 1 punt.
Daarna mag je tegenstander nog 4 getallen met zijn eigen Paard slaan en proberen daar 10 van te maken.
Spreek van tevoren het aantal beurten af. Bijvoorbeeld jullie hebben allebei 5 beurten.

Vlaggen verzamelen

diagrammen voor ad nieuwsbrief maart 2015-5

In hoeveel paardsprongen kun je alle vlaggen op je eigen bordhelft verzamelen?

6 april 2015 by j@p

De beste trainingslocatie

Florian JacobsDoor: Florian Jacobs
DCA-trainer en filosoof

Mikhail Botvinnik, de drievoudige wereldkampioen, bereidde zich graag voor op toernooien door trainingspartijen te spelen tegen sterke schakers. Hierin beoefende hij niet alleen openingsvarianten en structurele finesses, maar trainde hij ook extreme situaties die zich tijdens een schaakpartij konden voordoen. Gedurende de trainingspartij stond de radio luid en eens vroeg hij zijn trainingspartner Ragozin zelfs om tijdens de partij rook in zijn gezicht te blazen. Grootmeester Joeri Averbach, een latere trainingspartner, was eerst verbaasd toen hem werd gevraagd om te spelen in zulke kakofonische omstandigheden, maar later begreep hij wat Botvinnik aan het doen was: Botvinnik hardde zich tegen zijn irritaties, zodat zij hem in de toernooipraktijk, als het er echt om ging, niet langer zouden storen. De volgende keer dat de toernooizaal rumoerig was of zijn tegenstander aan het bord rookte en Botvinnik merkte dat hij zich begon te irriteren, wist hij dat hij zich geconditioneerd had tegen dergelijke ongein. Harde training maakt hard in de praktijk.

Was Botvinnik niet in Moskou maar in Amsterdam gelegerd, dan had hij niet lang hoeven zoeken naar een goede trainingslocatie. Menige Amsterdamse club zet graag de muziek aan tijdens de potjes. De speelzaal kan vaak niet vrolijk genoeg zijn. Botvinnik en Ragozin hadden zich heus niet hoeven terugtrekken in een datsja in de polder: het Leidseplein en zijn omgeving alleen hadden hen al meer dan genoeg ruimte, rook en rumoer geboden om Botvinnik gedegen voor te bereiden op zijn volgende krachttoer.

Voor een voorbereiding op een wereldkampioenschap zou ik hem evenwel een andere plek aanraden. Zeker als het om een match tegen Tal gaat, de veelpaffer met de magische blik. Ik zou hem adviseren om de tram naar het Amstelstation te nemen, daar even de woonwijken in te slenteren tot de voetbalvelden opduiken en vervolgens rechtsaf te slaan, de voetbalkantine van ‘AFC Taba’ in. Deze voetbalclub is overigens opgericht in 1933 door een aantal sigarenhandelaren in de Nes, maar omdat ze geen reclame voor tabak mochten maken lieten ze de ‘k’ maar weg. Schaakclub ‘Het Grasmat’ werd hier opgericht in 1987, op initiatief van twee voetballers die ook graag een potje mochten schaken. Door de jaren heen is de club gegroeid tot bijna mythologische proporties: ik ken geen Amsterdamse schaker die bij het horen van de naam geen anekdote paraat heeft. Reclame voor tabak is misschien taboe, maar bij ‘Het Grasmat’ maken ze de oprichters van ‘AFC Taba’ trots.

Bij binnenkomst liggen de jassen overal, op tafels en op stoelen. Geen kapstok in zicht. De borden zijn moeilijk waarneembaar: de stukken lijken de hele partij lang gedompeld in dichte schaduwen. Zou Botvinnik ook bij matig licht hebben getraind? Het is warm, heel warm: de lente treedt pas een week later in en er wordt nog flink gestookt, waardoor alle geuren blijven hangen in het speellokaal: de geur van shag, vanzelfsprekend – Ragozin, blijf roken! – maar ook die van gemorste koffie (dat was mijn fout), een beginnend zweem van bier dat steeds hardnekkiger wordt en de walm van opwarmmaaltijden. Ja, Botvinnik, daar had u vast nog niet aan gedacht, maar bij ‘Het Grasmat’ klingelt van tijd tot tijd de magnetron waarna een dampend bord nasi opduikt en een hongerige arbiter of toeschouwer smakelijk begint te eten. De bar is in de speelzaal. Toeschouwers schuiven een reeds weer in de beginstelling opgezet bord opzij om pal naast een ander bord te kunnen zitten. Achter het bord wordt verbrokkeld, gerold, zorgvuldig geprepareerd en het resultaat even aangestoken voor de finishing touch. Dan een snelle zet, en rap naar buiten. Voor show, ten slotte, is ook plaats: een gemiste winst wordt begroet met de opgelucht wapperende hand van de ontsnapte tegenstander. Nee, de woonkamer van Botvinniks datsja is een speeltuin in vergelijking met de sportschool van ‘Het Grasmat’.

Ik ben ‘Het Grasmat’ dankbaar. Hier leert de beginnende schaker die aan het spelletje snuffelt waar het óók om te doen is. Schaken is meer dan acht bij acht velden. Het spel begint weliswaar bij die vierenzestig helder onderscheiden ruimten waarop tweeëndertig stukken hun energie botvieren, maar die helderheid bevindt zich nooit in een vacuüm. Alles wat zich om het schaakspel beweegt, speelt een rol in de partij, en een deel van schaakmeesterschap bestaat in de herkenning van, de aanpassing aan en de overmeestering van alle randzaken. De allergrootsten weten dit, trainen ervoor en bereiken controle over zichzelf te midden van alle afleidingsperikelen.

6 april 2015 by j@p

Pionnen als soldaten: Breekzet!

 

CVCT2008-MatthewTanDoor: IM Matthew Tan
DCA-trainer in Hongkong

Vaak stellen wij pionnen voor als simpele soldaten. Manschappen die je gebruikt als eerste lijn van verdediging omdat ze, vanwege beperkte mobiliteit, in eerste instantie voor niet veel meer geschikt zijn. Echter, wanneer je deze soldaten op de juiste manier neerzet en ze een gezamenlijke verdedigingslinie laat vormen, zul je zien dat zelfs de sterkere manschappen moeite hebben langs deze “muur” te komen. Daarentegen, wanneer ze alleen staan en op zichzelf aangewezen zijn, zijn ze kwetsbaar en zullen snel “verslagen” worden en verloren gaan.
De manier waarop de pionnen worden neergezet bepalen de structuur en daarmee het karakter van het bord. De structuur wordt voornamelijk vastgelegd door de pionnen in het midden, aangezien deze over het algemeen als eerste worden gebruikt en het meeste invloed hebben op het bord. Wanneer de pionnen een confrontatie aangaan (elkaar kunnen slaan), dan noemen we dit spanning. Het gevolg van spanning kan zijn dat pionnen worden geslagen, waardoor mogelijkerwijs de structuur verandert.

Breekzet

 

In het volgende voorbeeld zien we een stelling waarin wit het overwicht heeft. Jobava, met zwart, heeft echter zijn pionnen zo neergezet dat het heel lastig is voor wit om de zwarte defensie open te breken en binnen te dringen met zijn stukken. Maar wanneer er zich een tactische mogelijkheid voordoet, slaat Grischuk hardhandig een bres in de zwarte muur om daarna het pleit in zijn voordeel te beslechten.

 

Grischuk-Jobava

 

Grischuk-Jobava, na zet 23.
Grischuk-Jobava, op zet 23

(zie diagram)

23… Pc8
Nog net op tijd weet zwart alles af te dekken. Alle witte stukken staan vrijwel optimaal en hij lijkt niet verder te kunnen komen… Of toch wel?

24. d5!
Zag u deze (functionele) breekzet aankomen?

24… c×d5 25. L×d5 b5

25… e×d5 26. T×d5 Het idee van Grischuks 24e zet! Zwart kan niks meer doen tegen alle dreigingen. Allereerst dreigt wit gewoon op d7 te slaan gevolgd door een dodelijk aftrekschaak. Daarnaast heeft hij ook nog de mogelijkheid om simpelweg te verdubbelen op de d-lijn en zo het paard terug te winnen: 26… Kg8 (26… Pe7 27. T×d7) 27. Tcd1

26. Lc6

Nu alle lijnen geopend zijn, is het slechts een kwestie van het binnenbrengen van de manschappen.

26… b×c4 27. T×d7 Dg5 28. Lb7 Pe7 29. De3

Er zijn hier meerdere goede zetten.

Echter, de absolute toppers blinken uit in het omzetten van voordelen. Grischuk heeft zich gerealiseerd dat zwart in een eindspel vrijwel kansloos is. 29. f4 Dh4 30. g3 D×h3 31. T×e7 Thd8 32. Lg2 Dg4 Wit heeft hier weliswaar een stuk meer, maar door alle zwakke pionnen is het nog niet zo makkelijk om dit om te zetten in een overwinning. 33. Df3 D×f3 34. L×f3 T×b2 35. Ta7 Td3 36. Tf1 Tbb3 37. Kg2 c3 En wit zal nog hard moeten werken.

29… D×e3 30. f×e3 Pf5 31. T×c4 P×e3 32. Tc6

32. Tcc7! Thf8 33. Kf2 Pd5 34. Tc6 Pf4 35. Tcd6 Het witte idee is simpel, een vrije a-pion creëren met b2-b4-b5.

32… Thd8 33. T×d8 T×d8 34. T×a6 Td1+ 35. Kf2 Pc4 36. b3! P×e5 37. Tb6 Ta1 38. a6 Kf6 39. Tb5 Ta3 40. Ke2 h4

De 40e zet is bereikt en beide spelers hebben de mogelijkheid om de stelling rustig te evalueren. Jobava realiseert zich al snel dat het een hopeloze zaak is. Mocht u het niet direct zien, probeer het dan zelf eerst op een bord voordat u er een engine op loslaat. 1-0 

In dit fragment zien we dat Grischuk een breekzet nodig had om te zorgen dat zijn stukken, met name de torens, de zwarte stelling binnen kunnen dringen. Zodra hij dit had bereikt, was de rest een kwestie van techniek. Grischuk maakte in deze partij gebruik van een functionele breekzet. Dit is een breekzet die direct tot een ander voordeel moeten leiden, zoals bijvoorbeeld sterk veld of in dit geval open lijnen (banen). De breekzet wordt in dit geval direct gebruikt als diagram breekzetten 1middel.

Andere voorbeelden

Zie het diagram rechts. Dit is een bekende Franse structuur. Hoe gaan wit en zwart proberen de vijandelijke keten aan te tasten? Ze gaan focussen op het meest kwetsbare punt, namelijk de achterste vastgelegde vijandelijk pion (de basis). Voor wit is dit e6, voor zwart is dit c3. Het witte idee is dus het spelen van f4-f5.
1. f4 g6
1… h6 2. g4 Wit kan met zowel f5 als g5 de zwarte stelling nu aantasten.
2. h4
Nu kunnen we de zwarte structuur aanpakken met h5.

diagram breekzetten 2diagram breekzetten 3

 

 

 

 

 

 

 

 

Door middel van de gespeelde breekzet b4 creëert zwart een sterk veld op d4.

Om zijn materiële voordeel uit te buiten moet zwart de witte pionstructuur op de koningsvleugel slopen.

1… h5! 2. Ke3 g5 3. Th2 Td8 4. Th1 g4!

Matthew Tan – Boulahfa

Niet zo lang geleden had ik kreeg ik zelf de kans om door middel van enkele functionele en niet-functionele breekzetten de partij naar mijn hand te zetten.

1. e4 e6 2. d4 d5 3. e5
De doorschuifvariant van het Frans. Het idee is om sterk vooruitgeschoven centrum te creëren, zodat wit meer ruimte heeft om zijn stukken te bewegen. De structuur is door deze zet in eerste instantie vastgelegd. Zwart kan proberen om druk te zetten (spanning creëren) op dit centrum door middel van c5 en f6.

3… c5 4. c3 Pc6 5. Pf3 f6
Zwart probeert direct meer druk te zetten op het witte centrum. Echter was het handiger geweest om eerst 5… d7 6.Ld3 in te lassen. 5… Db6 6. a3 Ph6 7. b4 c×d4 8. c×d4 Pf5 9. Lb2 In deze variant richten zowel zwart als wit zich voornamelijk op d4. 5… Ld7 6. Le2 (6. Ld3 Db6) 6… f6 7. O-O Dc7 8. Te1

6. Ld3
Wit grijpt zijn kans en zet zijn loper op d3. Hier staat hij natuurlijk actiever dan op e2.

6… Dc7 7. O-O

Laat zich niet dwingen om op f6 te pakken, waarna zwart direct al zijn stukken naar actieve velden kan ontwikkelen. 7. e×f6? N×f6 8. O-O Ld6

7… f×e5 8. d×e5 g6

Matthew Tan-Boulahfa
Matthew Tan-Boulahfa

Met een loper op g7 kan zwart natuurlijk nog wat extra druk zetten op e5. Als hij dan nog verder kan ontwikkelen met Pge7, Ld7 en 0-0 dan heeft hij de opening op een gezonde manier overleefd. Helaas heeft hij niet zoveel tijd…

8… P×e5 9. P×e5 D×e5 10. Te1 Dd6 (10… Df6? 11. Dh5+ Kd7 (11… g6 12. D×d5) 12. Lg5) 11. Pa3 a6 12. Dh5+ Kd8 13. Dg5+ Pf6 14. Lf4

Zwart heeft nog nauwelijks iets ontwikkeld en bovendien staat zijn koning voorlopig ook nog vast in het midden. Daarentegen heeft wit na Tad1 al zijn stukken in het spel, slechts ten koste van één pion.

9. c4!
Een poging om het zwarte centrum kapot te maken. Wanneer zwart slaat of doorschuift, heeft wit de mogelijkheid om een paard op e4 neer te zetten die naar de prachtige velden f6 en d6 kijkt.

9… Lg7
9… d×c4 10. L×c4 Lg7 11. Pc3 a6 12. Pe4

9… d4 10. Pbd2
A) 10… P×e5 11. P×e5 D×e5 12. Te1 Dc7 13. Pe4 Lg7 14. b4 Breekt de zwarte pionstructuur open! c×b4 15. Da4+ Ld7 16. D×b4
B) 10… Lg7 11. Pe4 P×e5 12. P×e5 L×e5 13. f4 Ld6

Zie analyse-diagram 1.
Het lijkt erop alsof zwart alles bij elkaar weet te houden.

14. b4! Wederom deze breekzet!

A)14… b6 15. P×d6+ D×d6 16. f5 Koning in het midden? Open de lijnen! Ook hiervoor gebruiken we breekzetten. g×f5 17. Df3 Db8 18. Le4!!

B)14… c×b4 15. Lb2 Lc5 16. Lb1

C)14… Pe7 15. b×c5 L×c5 16. P×c5 D×c5 17. Le4 O-O 18. Dd3
Zie analyse-diagram 2.

Wit haalt nu d4 op waarna het weer materieel gelijk staat. De zwarte stelling is echter een ruïne en zwart kan zijn damevleugel ook niet ontwikkelen.

diagram breekzetten 5
Analyse-diagram 1
diagram breekzetten 6
Analyse-diagram 2

 

 

 

 

 

 

 

 

Terug naar de partij:
10. c×d5 e×d5 11. Pc3 Dubbele aanval.
11… Pge7 12. Pb5 Db6 13. Pd6+ Kd7 14. Lf4 Tf8

diagram breekzetten 7

Zie diagram. Hoe zorgt wit dat de zwarte koning niet ontsnapt naar veiligere oorden?

15. e6+ Kd8
15… K×e6 16. Pg5+ Kd7 17. Dg4+ Kc7 (17… Pf5 18. P×h7; 17… Kd8 18. P×c8) 18. Pdf7+ Le5 19. L×e5+ P×e5 20. Dg3

16. Pf7+ Ke8 17. P3g5 L×e6 18. Pd6+ Kd7 19. P×e6 T×f4
19… K×e6 20. Dg4+ Kf6 21. Tae1 Lh8 22. Dg5+ Kg7 23. T×e7+ P×e7 24. D×e7+ Kg8 25. De6+ Kg7 26. Le5+ Kh6 27. Dh3+

20. P×f4 K×d6 21. Dg4
Hoewel zwart al één pion voor de kwaliteit heeft, is het onmogelijk om zijn koning uit het centrum te krijgen.

21… c4
21… D×b2 22. Tab1 Df6 23. T×b7; 21… Le5 22. Tfe1; 21… Db4 22. De6+ Kc7 23. Df7

22. De6+ Kc5 23. Tac1 L×b2 24. P×d5

De les

De pionnen vormen het geraamte, het fundament van de stelling. Hoe de pionnen opgesteld staan en de samenhang hiervan, noemen we de structuur. Wanneer pionnen alleen staan zijn ze zwak en kwetsbaar. Wanneer pionnen gegroepeerd staan en elkaar ondersteunen spreken we van een sterke (pion)structuur.

Als de tegenstander een sterke structuur heeft, willen we deze slopen. We voeren eerst de spanning op de structuur op, om vervolgens met een breekzet de structuur kapot te slaan. Een breekzet kan leiden tot het creëren van een sterk veld of open banen, in dat geval spreken we van een functionele breekzet.

Daarentegen heeft een niet-functionele breekzet geen direct doel. Het lange-termijn-doel van de breekzet kan dan bijvoorbeeld zijn om de pionstructuur kapot te maken, zodat de pionnen zwak worden en deze op een later moment opgehaald kunnen worden.

Mocht je meer over dit onderwerp willen weten, Lees dan eens uit de stappenmethode! Stap 5, hoofdstuk 4: Gebruik van pionnen. Ben je benieuwd hoe het met IM Matthew Tan in Hong Kong gaat? Lees dan zijn artikel over Hong Kong!

Opgaven

In de volgende opgaven kun je jezelf op dit onderwerp testen. In beide stellingen is wit aan zet.

Opgave 1
Opgave 1
Opgave 2
Opgave 2

 

29 maart 2015 by j@p

Schaakparallellen

Oh, ken je mijn partij tegen Keres niet?

Door: Florian Jacobs

Toen Arthur Jussupow, topschaaktrainer en voormalig wereldtopper, werd gevraagd om een artikel te schrijven over de speelstijl van Mikhail Botvinnik, roemde hij bovenal één kwaliteit: Botvinniks effectieve verwerkelijking van zijn schaakkennis. Nu is schaakkennis iets wat iedere grote schaker in overvloed bezit, maar wat Botvinnik volgens Jussupow van zijn eminente collega’s onderscheidde was de gave om zijn kennis perfect te gebruiken in een partij-situatie. Jussupow vertelt hoe vaak hij in Botvinniks driebandige partijenverzameling een uitdrukking als ‘In deze stelling wist ik al hoe ik zou moeten voortzetten. De plannen waren mij al uit die en die partij bekend’ is tegengekomen. Als Jussupow de genoemde partijen vervolgens bekeek, zag hij op het eerste gezicht geen onmiddellijke gelijkenissen. Pas na grondige studie werd hem de onderliggende samenhang duidelijk. Jussupow noemt het verbazingwekkend dat Botvinnik de gelijkenissen al achter het bord herkende, terwijl Jussupow zelf naderhand in zijn studeerkamer nog steeds grote moeite met enige herkenning had.

In zijn klassieke boek Think Like a Grandmaster geeft Alexander Kotov een voorbeeld van de titanische herkenningskunsten van Botvinnik. Tijdens een groot toernooi in Mallorca speelde Botvinnik tegen de sterke grootmeester Milan Matulovic. De partij werd afgebroken in de volgende, ogenschijnlijk complexe stelling:

 

botvinnik-Matalovic, na 40...Pe7
Botvinnik-Matulovic, na 40…Pe7

Hier lijkt nog van alles mogelijk, nietwaar? Niks hoor. Botvinnik merkte tijdens de onderbreking van de partij op dat deze stelling eenvoudig gewonnen was voor wit. ‘At the appropriate moment there is a decisive knight sacrifice on g6 or h5.’ Nu getuigt het al van groot inzicht om een offer op h5 te zien aankomen voordat P×h5 überhaupt een legale zet is, maar het vervolg van het citaat maakt de verbluftheid van Jussupow helemaal begrijpelijk: ‘I analysed similar positions when I was preparing for my match with Tal.’

Laten we de reikwijdte van deze opmerking eens goed bezinken: Botvinnik speelde tegen Tal om het wereldkampioenschap in 1960 en 1961. In zijn voorbereiding kreeg hij het voor elkaar om een opening dermate gedetailleerd te bestuderen dat hij de structuur van het verre middenspel tot in de uiterste finesses kende. Hij wist waar hij de pionnen moest krijgen en welk thematische offer vervolgens de mokerslag zou betekenen. Toen ik, met deze kennis, de partij tegen Matulovic vanaf het begin naspeelde, kon ik niet aan de indruk ontsnappen dat Botvinnik vanaf de zestiende zet al speelde volgens het winstplan dat hij uitlegt. Het ruilen van alle torens, het vrijmaken van veld b2 voor de dame, de geleidelijke gang van de koningsvleugelpionnen naar g3 en f4, het paard dat op h4 de zwarte pionnen op f5 en g6 alvast onder schot neemt… Het lijkt allemaal vooruitgepland. De partij doet denken aan een minitieuze roman waarin alle ogenschijnlijk losse elementen tot een ontknoping leiden die de schrijver al vanaf bladzijde één in de smiezen moet hebben gehad.

De partij tegen Matulovic eindigde precies zoals de meester had voorzien:

41. g5 Pfg8 42. Pe2 h5 43. Kf1 Lc8 44. Pg3 Ld7 45. Le2 Da4 46. Kf2 Le8 Ready, set, go.
47. P×g6! P×d5 (37…K×g6 38.P×h5 met snel mat op g7; 37…P×g6 38.P×f5 met eenzelfde vernietigende binnenkomst) 48. P×h5 Pge7 49. Dg7+ 1–0

Voilà, grootmeesterlijke voorbereiding in de praktijk. De arme Matulovic, geslachtofferd als de onwetende schlemiel in een grootse roman. Er zijn nog dozijnen voorbeelden te vinden van schaakparallellenkennis in de verzamelde partijen van Botvinnik. Jussupow stipt een paar parels aan in zijn knappe artikel.

Ook hijzelf was eens betrokken bij een machtsvertoon van herkenning van zijn leermeester (Jussupow is een exponent van de beroemde schaakschool van Botvinnik, die onder andere Kasparov en Kramnik heeft voortgebracht). In 1991 speelde de toen 31-jarige Jussupow een kandidatenmatch tegen een rijzende ster, de 22-jarige Ivanchuk, die een paar maanden eerder nog het toptoernooi van Linares had gewonnen met de ongekende score van 9,5 uit 13. Na een remise in de eerste matchpartij wint Jussupow met een fijne technische prestatie de tweede partij. In de derde partij slaat Ivanchuk terug in een geweigerd Damegambiet. Botvinnik was te gast bij de match en zag de verliespartij met lede ogen aan. Na afloop zegt Botvinnik tegen de trainer van Jussupow, Mark Dvoretsky: “O, Jussupow kent duidelijk mijn partij tegen Keres niet!” Toen Dvoretsky dit later aan Jussupow vertelde, was deze aangedaan. Jarenlang al een stabiele toptien speler en de oude meester (Botvinnik was tachtig in 1991) zet je neer als een amateur die zijn klassiekers niet kent. Bovendien geeft Jussupow Botvinnik nog gelijk ook. Vergelijk de volgende stellingen maar eens:

 

Ivanchuk-Jussupow na 20.Lc4
Ivanchuk-Jussupow na 20.Lc4
Botvinnik-Keres, na 23.Pe4
Botvinnik-Keres, na 23.Pe4

 

 

 

 

 

 

 

De materiaalverhouding en de pionnenstructuur zijn uniek (afgezien van het pionnetje op h2 of h3). In beide partijen is wit erin geslaagd om e3-e4-f×e4-e5 te spelen en heeft hij zo een centrummeerderheid van 2-0 gecreëerd. Zwart heeft geen pionbreekzetten (c5 is goed onder controle) en het sterke veld op d5 weegt niet op tegen het sterke veld op d6. Daar zal zich snel een paard nestelen, waarna f7 het kind van de rekening wordt. Zwart kan bar weinig inbrengen tegen dit witte plan. De stelling na de 33e zet van Botvinnik spreekt boekdelen:

 

Botvinnik-Keres, na 33. Tcf3
Botvinnik-Keres, na 33. Tcf3

Zelden zal een pion zo hard om zijn moeder hebben geroepen als die op f7.

Jussupow liet zich minder planmatig naar de slachtbank voeren dan Keres en ging ten onder na een wanhoopsaanval. In beide partijen bleek het witte centrumoverwicht beslissend. Jussupow kende de klassieke partij van Botvinnik weliswaar, maar kon zich de beslissende factor – het dominante witte centrum – en zijn consequenties niet herinneren tijdens de partij. Botvinnik had aan één blik genoeg om zijn eigen centrumkunstwerk, dat hij veertig jaar eerder schiep, voor de geest te halen. Jussupow is grootmoedig: hij schrijft dat hij toen begreep dat hij Botvinnik nooit zou kunnen overtreffen. Wel nam hij de les van Botvinnik ter harte: twee jaar later overspeelde Jussupov collegagrootmeester Lutz vanuit dezelfde opening in een knappe positionele partij, waarin wit nooit tot e4 kwam.

We hoeven niet alles zelf te bedenken in het schaakspel. Studie loont, zeker die van de klassieke partijen. Ieder idee dat we ergens zien wortelt zich in ons schaakgeheugen en wordt hopelijk zelfs intuïtie. Er gaat geen rood lampje branden als je niet al weet waar je naar moet kijken.

Botvinnik en Jussupov 2

Dvoretsky en zijn pupillen. Bron: Dvoretsky; Volume 1: Profession: Chess coach, For friends and colleagues.


Verder lezen:

  • A. Kotov, Think like a Grandmaster, London: B. T. Bartsford, 1971.
  • A. Jussupow, Botwinniks Spiel, KARL, 3/2005, blz. 24-31.

 

28 maart 2015 by j@p

Paard rekenen

PAARDREKENEN
Muntenspel

Omschrijving

  • Spel om door middel van paardsprongen munten te verzamelen.
  • Kleur van de munten staan voor een waarde.
  • De munten in het centrum hebben een hogere waarde dan de munten aan de rand van het bord.
  • De paarden mogen elkaar niet slaan.
  • De winnaar is de speler die de meeste punten met het paard heeft verzameld.
  • De score wordt ingevuld op het score formulier (vermenigvuldigen en optellen)
    (er zijn diverse varianten beschikbaar op dit thema; zie varianten)
Werkvorm: Paardrekenen
Werkvorm: Paardrekenen

 

Leerdoelen

  1. De paardsprong aanleren;
  2. stuk verplaatsen naar beter veld;
  3. aanleren dat in de opening de centrale velden belangrijker zijn om de stukken richting de vijandelijke koning te spelen

Vaardigheden

  1. Verbeteren van vaardigheden;
  2. oplosstrategieën (visualiseren)
    • Denken vanuit een eindveld (doel) naar het beginveld.
    • Denken vanuit een beginveld naar een eindveld (doel);
    • Werken met tussenoplossingen.
  3. Gevoelig worden voor routeplanning.
  4. Gericht werken naar een doel.

Groepsgrootte

  • Kan 1 tegen 1 of met teams (2 tegen 2) gespeeld worden. Geschikt voor grote groepen en als toernooivorm.

Tijdsduur

  • Een spel duurt 10 tot 12 minuten (opzetten en verzamelen)
  • Daarna tellen –> 2 – 5 minuten

Docenttijd

  • Uitleg met behulp van digibord en/of oefenblad.
  • Relevante voorkennis:
    • paardsprong.
    • aanval en verdedigen
  • Uitleg oplosstrategieën.
  • Voorbeelden routeplanners zie stappenmethode (& chesstutor).

Hulpmiddelen

  • Voor de munten kunnen o.a. gebruikt worden pokerfiches; spelmateriaal van bijvoorbeeld risk etc., gekleurde vormen passend binnen veld op schaakbord…
  • Mindmap oplosstrategie.

Uitvoering

  • Kinderen leggen de beginpositie op het bord
  • Leerlingen zelf de berekeningen laten uitvoeren.
  • Daarna gezamenlijk controleren.

Leerling activiteit

  • Spelvorm leidt tot een grote betrokkenheid van de leerlingen
  • Vergt vooruitdenken, plannen, rekenen, omgaan met winst en verlies.

Sterke kanten

  1. We gebruiken dit spel op scholen om op speelse wijze het belang van het centrum te laten zien. Hierbij besteden we zowel aandacht aan:
    1. de cognitieve vaardigheden
    2. doelgericht oplossen van problemen
    3. kinderen laten beseffen dat er meerdere routes kunnen zijn om een probleem op te lossen. Op deze manier kan goed aangehaakt worden bij cognitieve programma’s van scholen.

Score formulier

Varianten
Voorbeeld 1.

Paardrekenen
variatie op Paardrekenen

 

 

 

 

 

 

 

Het  springt naar de witte schatkist en het naar de zwarte schatkist.
Als een paard op een veld met een muntje komt is het muntje voor dat paard.
Het paard dat als eerste 32 punten heeft verzameld en daarna op de schatkist springt heeft gewonnen.
Bedenk hoe je gaat doen en hoeveel zetten je nodig hebt.
Je krijgt 10 minuten de tijd.
Wit  begint en zwart mag dus nog een zet doen als wit de schatkist heeft bereikt.

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Ga naar pagina 1
  • Ga naar pagina 2
  • Ga naar pagina 3
  • Ga naar pagina 4
  • Ga naar Volgende pagina »

Primaire Sidebar

Aankomende activiteiten

  • 13 mei 20:00
    Online Clubtraining vanaf 1850 elo
  • 15 mei 20:00
    Online Clubtraining tot 1750 elo
  • 3 jun 20:00
    Online Clubtraining vanaf 1850 elo
  • 5 jun 20:00
    Online Clubtraining tot 1750 elo

 

Volledige agenda

schaaktrainer.nl © 2025 | privacy statement
Website realisatie & advies: Webfundament